Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [1]de koning Salomo had veel [2]vreemde vrouwen lief, en dat [3]benevens de dochter van Farao: Moabietische, Ammonietische, Edomietische, Sidonische, Hethietische; 1. Te weten, naar sommiger gevoelen, nadat hij vijf of zes en twintig jaren geregeerd had. Men rekent deze jaren aldus: Drie jaren voor de bouwing des tempels, zeven jaren in die bouwing besteed; dertien jaren in de bouwing van zijn huis en andere gestichten; eindelijk nog twee of drie jaren in welke de koningin van Scheba hem bezocht heeft. 2. Of, uitlandse. 3. Zo wordt het Hebreeuwse woord genomen onder, vs.25, en 2 Kron.11:18.